Twee belangrijke musea, het Literatuurmuseum en het Kindermuseum, verlaten Den Haag wegens problemen met de huisvesting. De Haagse VVD is niet blij met het nieuws en de reden van het vertrek en wil weten of het college dit had kunnen voorkomen. Daarom stellen de Haagse liberalen schriftelijke vragen.
De twee musea vormen een belangrijk onderdeel van het culturele aanbod in Den Haag, maar ze vervullen ook een educatieve rol. Raadslid Anthony Uduba wijst op de positieve invloed die deze culturele instellingen hebben op de jeugd: “Deze musea brengen jongeren en kinderen op een leuke manier in aanraking met het lezen van boeken en het voedt hun fantasie en creativiteit.” Het raadslid wil weten wat het college gaat doen om het culturele aanbod in de stad te behouden en of het bereid is om een vervangende educatieve culturele attractie te zoeken in de Haagse binnenstad.
Sinds de jaren ’50 zijn het Literatuurmuseum en het Kinderboekenmuseum publiekstrekkers van Den Haag. Raadslid Alexander Roep is bezorgd over het effect van het vertrek op de Haagse economie. Daarom wil Roep weten wat het college gaat doen om de negatieve gevolgen tegen te gaan: “Na het museumbezoek gaan mensen vaak nog even lekker winkelen in het centrum en eten en drinken op onze Haagse terrasjes. We willen de positieve uitstraling van Den Haag behouden als stad voor gezinnen om een dagje naartoe te gaan.”