Terug naar nieuwsoverzicht

Schriftelijke vragen: Hovenier wil niet werken voor Joodse instellingen

Op 25 juli jl. verscheen bijgevoegd bericht op de website van het Centraal Joods Overleg.1 In het bericht wordt geschreven over een zeer recent voorval in Den Haag. Een bedrijf zegde, na aanvankelijk een opdracht voor specialistisch snoeiwerk voor de Liberaal Joodse Gemeente te hebben aangenomen, deze opdracht enkele dagen voor de geplande uitvoering af omdat collega’s “niet willen werken voor een joodse instelling”. 

De Haagse VVD en de ChristenUnie/SGP hebben hierover vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.

„We willen dat het stadsbestuur er heel duidelijk over is dat er in Den Haag geen ruimte is om hele gemeenschappen uit te sluiten. Als je dit wel laat gebeuren, dan kijk je als stad weg,” zegt fractievoorzitter Lotte van Basten Batenburg.

Dat LJG de hovenier juist zou hebben gekozen op advies van Den Haag, roept vragen op. „Mocht het zo zijn dat de gemeente met deze partij afspraken heeft, dan verwachten we dat het stadsbestuur een stevig gesprek voert met het bedrijf en desnoods de banden verbreekt”, zegt Klokkenburg. „We hopen dat het stadsbestuur ferm afstand neemt van wat dit bedrijf heeft geuit.”

De schriftelijke vragen aan het college:

1. Is het college het met de Haagse VVD en ChristenUnie/SGP eens dat dit verwerpelijk en antisemitisch is?

2. Is het college het met de Haagse VVD en ChristenUnie/SGP eens dat er geen enkele twijfel mag bestaan dat het college deze uiting onacceptabel vindt en is het college bereid om dit in de sterkst mogelijke bewoordingen af te keuren?

3. Kan het college toelichten welke rol de gemeente heeft gespeeld in relatie tot dit voorval? Welke betrokkenheid was er vooraf bij deze opdracht voor snoeiwerk aan een monumentale boom? Wat heeft het college gedaan nadat over de plotselinge afwijzing van het werk en de motivatie van het bedrijf werd vernomen? Op welke manier is de Liberaal Joodse Gemeente bijgestaan? Graag een uitgebreide toelichting.

4. Is het college met de Haagse VVD en ChristenUnie/SGP van mening dat het niet past om samen te werken met organisaties of bedrijven die dit soort overduidelijk antisemitische uitingen doen? Zo nee, graag een toelichting.

5. Indien vraag 4 instemmend is beantwoord: hoe geeft het college opvolging aan deze mening richting dit bedrijf?

 

Deel dit op social media