Ruim twee jaar na het verstrijken van de deadline zijn veel woningen op de zelfbouwkavels langs de Petroleumhaven die zijn uitgegeven door de gemeente Den Haag nog steeds niet af. Dit tot grote ergernis van een groot deel van de bewoners en de VVD die klaar zijn met het wonen in een bouwput. „We hebben ons droomhuis gebouwd, maar de gordijnen houden we liever dicht”, zegt bewoner Marc Gerner die sinds 2020 woont in een zelfgebouwde woning aan de Johan Ringerskade.
Het niet handhaven op verstreken bouwtermijnen, parkeeroverlast en aannemers die zich niet houden aan bouwvoorschriften zijn de grootste problemen waar bewoners, die zich wel aan de termijnen hebben gehouden, tegenaan lopen. „Daarnaast is de openbare ruimte nog steeds niet af”, wijst VVD-fractievertegenwoordiger Albert Tuit, die schriftelijke vragen stelt aan het stadsbestuur.
Een deel van de bewoners heeft een advocatenbureau ingeschakeld om de gemeente te dwingen tot handhaving van de spelregels die de gemeente zelf heeft vastgesteld. Zo kijkt een groot deel van de bewo‐ ners al jaren uit op half afgebouwde woningen, omringd met gevaar‐ lijk bouwafval. „Vaak ontbreken sanitaire voorzieningen voor bouwvakkers die hun behoefte doen in de openbare ruimte en worden bouwvoorschriften niet nageleefd”, zegt Marc. „Het is een grote bende: bouwafval ligt overal.” Zijn partner Bram toont een video die een van de buren maakte en viraal ging. Op de video zijn bouwvakkers op teenslippers te zien die een muur omver duwen.
Ook is parkeren een lastig verhaal vanwege de vele busjes van aannemers die de toegang van de huidige bewoners naar hun eigen parkeer‐ plek blokkeert. Marc: „We hebben ruim vierhonderd parkeermeldingen gedaan, maar er wordt maar mondjesmaat gehandhaafd.”
„Het gekste was een vrachtwagen met Bosnisch kenteken”, zegt Bram, „die een heel weekend voor onze oprit stond. We moesten die zelf laten wegslepen en naar de rechtbank in Bosnië stappen om de kosten te verhalen.” De beloofde parkeergarage in Laakhavens is ook nog niet in zicht. Er wordt nu geparkeerd op een tijdelijk kavel aan de Petroleum‐ haven waar nog een appartementencomplex moet komen. Wanneer daar de schop in de grond gaat is voor hen een raadsel. „Op deze plek wordt gedeald; het voelt er grimmig aan.”
De bewoners hebben een handhavingsverzoek ingediend via een advocaat dat werd afgewezen. Hoewel de gemeente erkent dat de uiterlijke bouwtermijnen, tussen mei 2022 en oktober 2022, inmiddels zijn verlopen, ziet zij er op dit moment niets in om gebruik te maken van ’twee harde instrumenten’: boetes opleggen of het beëindigen van de erfpacht. „Boetes brengen mensen verder in financiële problemen, het opzeggen van het erfpachtrecht is nog drastischer”, zegt een gemeen‐ tewoordvoerder. „Nog belangrijker, het leidt niet tot een oplossing. Daarom kiest de gemeente er nu nog voor om te helpen in plaats van te beboeten. We maken afspraken met wie nog niet klaar is en bekijken de bouwplannen.”
Dit vinden Bram en Marc merkwaardig. „Er moet een stok achter de deur zijn.” Tuit noemt de opstelling van de gemeente ’laakbaar en onrechtvaardig’. „Gevoelsmatig gooit de gemeente er met de pet naar door de eigen regels naast zich neer te leggen.”