Terug naar nieuwsoverzicht

Haagse VVD en CU/SGP: Herdenk deportatie na razzia

De fracties van de ChristenUnie/SGP en de Haagse VVD willen dat er een plaquette komt aan de Prinsessegracht ter nagedachtenis aan de deportatie van de slachtoffers van de eerste Haagse razzia. Een grote groep Joodse Hagenaars werd in augustus 1942 vanaf de Academie van Beeldende Kunsten (huidige KABK) afgevoerd naar Westerbork. 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog is er echter nog steeds geen enkel teken dat ons hieraan herinnert. Daarom vragen de partijen op Internationale Holocaust herdenkingsdag, precies 80 jaar na de bevrijding van Auschwitz, het college van Burgemeester en Wethouders om nog dit jaar een plaquette te realiseren aan de Prinsessegracht. 

Omdat er steeds minder mensen zijn die herinneringen aan de oorlog kunnen delen, wordt het steeds belangrijker om belangrijke gebeurtenissen en plekken actief te herdenken en markeren, vinden Judith Klokkenburg en Lotte van Basten Batenburg, de fractievoorzitters van respectievelijk ChristenUnie/SGP en de Haagse VVD. Op veel plekken in de stad zijn al plaquettes aangebracht om belangrijke gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog te herdenken. In de historische Joodse buurt, rondom de Nieuwe Kerk, bijvoorbeeld. Ondanks inspanningen van de Stichting Joods erfgoed is het echter nog niet gelukt om de deportatie van de slachtoffers van de eerste razzia in Den Haag vanuit de Koninklijke Acadamie van Beeldende Kunsten te markeren.

Klokkenburg: “Deze inktzwarte geschiedenis moeten we blijven herinneren, zodat het niet opnieuw gebeurt. Nu er steeds minder overlevenden van de Holocaust zijn, is het des te belangrijker dat er herinneringstekens zijn op belangrijke plekken in onze stad. Deze plek, de Prinsessegracht, is er zo een.”

Van Basten Batenburg: “Voor een grote groep Haagse Joden begon de verschrikkelijke reis naar de vernietigingskampen bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Middenin onze stad, in het volle zicht van heel Den Haag. Het is belangrijk om dit te markeren, als herinnering aan waar de vooroordelen en haat richting Joden toe heeft geleid.”

In Den Haag begonnen de deportaties van Joden in augustus 1942. Na gerichte arrestaties begin augustus, werden op 18 augustus 1.200 Joodse Hagenaars via het toenmalige station Staatsspoor naar Westerbork afgevoerd. In totaal hadden 4.000 Joden een oproep gekregen zich te melden en omdat veel minder mensen gehoor hadden gegeven aan die oproep, werd besloten tot arrestaties in woonhuizen. Daarop vond in de avond van 22 augustus 1942 in Scheveningen de eerste razzia plaats. De gearresteerde mensen werden verzameld in de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten aan de Prinsessegracht. Vanuit daar werden zij gedeporteerd, via Westerbork, naar concentratie- en vernietigingskampen.

Deel dit op social media