Door Rutger de Ridder, raadslid Haagse VVD
Hagenaars zijn trots op hun stad. Trots dat zij in de stad wonen van het Vredespaleis, het Lange Voorhout en het Binnenhof. Trots dat zij in prachtige Haagse wijken wonen. Helaas worden die prachtige Haagse wijken stukje bij beetje aangetast door lelijke nieuwbouw die niet past bij de wijken. De enorme woningbouwopgave die wij als land en ook als stad hebben, mag onze stad niet lelijker maken. Het is daarom tijd dat we stoppen met lelijke nieuwbouw en ervoor zorgen dat nieuwbouw past in de architectuur van de wijk. Zo maken we een mooie stad als Den Haag nóg mooier. Als Haagse VVD willen we dit bereiken door middel van Haags architectuurbeleid, waarmee we sturen op mooi-bouw.
Eerder is geprobeerd om meer sturing te krijgen op de nieuwbouwprojecten in de stad. Zo had de Haagse hoogbouwnota ervoor moeten zorgen dat Den Haag vanuit de lucht en vanaf de grond mooier werd. Helaas is dat niet gelukt. De torens zouden een ‘beëindiging’ krijgen, een zogenoemde ‘hoed’ of ‘kroon’. Dat betekent dat het geen plat dak zou worden, waardoor het in de Haagse architectuurtraditie zou passen. In de praktijk is dit nergens goed gelukt. Dat ligt niet aan de ontwikkelaars van deze torens: ook ontwikkelaars bouwen liever mooie gebouwen, waar ze trots op kunnen zijn. En het lukte ook af en toe in Den Haag. De Zurichtoren is een fantastisch gebouw met een stalen boog voor de laatste verdiepingen. Een lust voor het oog, een echte aanwinst voor de stad. Maar dit lijkt verleden tijd. Denk aan de gebouwen van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken op de Turfmarkt. Aan de bovenkant lijken deze gebouwen onaf en missen ze de karakteristieke Haagse kroon.
Waar komt het dan door dat Den Haag niet de eigentijdse iconen bouwt die de stad wel wil én die de stad mooier maken? Heel simpel: het college dwingt niets af. De regels zijn vaag waardoor het voor ontwikkelaars en bouwers onduidelijk is wat de wensen zijn. Dit, terwijl we ontzettend veel regels stellen bij bouw. Om het erfgoed te beschermen eist Den Haag bij monumenten en beschermde stadsgezichten van alles. Voor de betaalbaarheid van woningen eist Den Haag bij nieuwbouw percentages sociaal- en middeldure huur. Om klimaatverandering tegen te gaan, eist Den Haag dat de bouw zo duurzaam mogelijk is. Waarom eist Den Haag dan niet dat die gebouwen ook in een mooie verpakking staan? Het antwoord daarop is heel verdrietig. De Haagse bestuurders durven het niet aan. Ze zijn bang om te oordelen over mooi en lelijk. Den Haag heeft bestuurders nodig die niet bang zijn, richting en visie hebben. Welke architectuurstijl waar wel en waar niet, welk gevelmateriaal waar wel en waar niet, beëindiging van het gebouw, etc, etc.
De Haagse VVD vindt het tijd dat we duidelijk opschrijven wat Den Haag wel en niet wil in onze stad. Zodat bestuurders dat kunnen uitvoeren. Daarom pleit de Haagse VVD voor een Haagse Architectuurnota. Die begint met de erkenning dat er in Den Haag heel verschillende wijken met elk een eigen architectuur. Bij de nieuw te bouwen gebouwen moeten we rekening houden met wat er nu is en daarvanuit een nog mooiere stad ontwikkelen. Gebouwen bouwen die passen in een wijk. Tegelijkertijd kunnen we met een Haagse Architectuurnota ook nadenken over de toekomst van de stad. Hoe vinden we dat die wijk of buurt eruit moet zien over 50 jaar?
Het resultaat zal er zijn: we behouden dat wat mooi is aan onze stad en ontwikkelen nieuwe Haagse iconen, waardoor ook toekomstige generaties trots zullen zijn op hun stad.